Inleiding

Zo thuis als maar kan

Zo thuis als maar kan. Dat is al jaren het motto van De Waalboog. En waar we al die jaren iedere dag opnieuw voor gaan. Maar de samenleving verandert: mensen blijven langer thuis wonen en verhuizen pas naar De Waalboog als het echt niet anders meer kan. Dat betekent dat onze bewoners een complexere zorgvraag hebben dan voorheen, en bovendien gemiddeld minder lang bij De Waalboog wonen. Die relatief korte slotfase zit vol fysieke en mentale uitdagingen. Juist dan is het belangrijk dat mensen hun leven zoveel mogelijk kunnen voortzetten zoals het was. Echt zo thuis als maar kan, zonder de beperking van ‘zo doen we het nu eenmaal bij De Waalboog’.

In het strategisch plan voor 2022 – 2025 beschrijven we de transitie die we voor ogen hebben. En hoe we de overgangsfase van ‘oud’ naar ‘nieuw’ willen vormgeven: nieuwsgierig en met lef.

Waar komen we vandaan?

Drie jaar geleden scherpten we ons motto aan naar ‘een passend vervolg, zo thuis als maar kan’. Om de bewoners en hun naasten, maar zeker ook onszelf, er nog meer van te doordringen: bij De Waalboog staat de bewoner echt centraal, ook als onze organisatie daarvoor anders moet worden ingericht. In de allerlaatste levensfase, als het sterven dichtbij komt, lukt ons dat al heel goed. Dan laten we ingesleten werkwijzen los, schuiven we protocollen aan de kant, verleggen we prioriteiten en trekken we als één team op, samen met de bewoners en hun mantelzorgers. Dat is precies waar we naartoe willen met de bedoeling, maar dan voor elke bewoner vanaf de allereerste ontmoeting.

Waar gaan we naartoe?

De afgelopen jaren maakten we al belangrijke stappen met een passend vervolg voor individuele bewoners en cliënten. We laten los wat we waren: een verpleeghuis. En groeien door naar wat we willen zijn: een toekomstgericht huis waar het goed wonen is als meer zorg en behandeling nodig is dan thuis geboden kan worden. Maar er is nog wel werk aan de winkel: nog te vaak zijn onze systemen leidend en vragen we de bewoners om zich aan te passen aan het ritme van De Waalboog. Dat moet anders en het kan ook anders. We introduceren daarom de cliëntreis, die thuis begint en doorgaans eindigt bij De Waalboog.

Cliëntreis

Als ouderdomsproblemen de kop opsteken, krijgen mensen te maken met uitdagingen die volledig nieuw voor hen zijn, zonder duidelijk zicht op het verloop. Ze beginnen ongewild maar onvermijdelijk aan een reis door het Land van de Ouderenzorg, zonder te weten welke bestemmingen ze onderweg zullen aandoen. Maar als die reis dan afgelegd moet worden, dan wel zoveel mogelijk op ieders eigen manier.

De Waalboog is expert in het bieden van zorg en behandeling aan mensen met ouderdomsproblemen. Dat maakt onze organisatie bij uitstek geschikt als gids voor cliënten, mantelzorgers en eerstelijns zorgprofessionals die specifieke ondersteuning of advies nodig hebben. Zo zorgen we samen dat thuis wonen langer lukt, transmuraal en wijkgericht. Komt het uiteindelijk tot een verhuizing naar De Waalboog? Dan kunnen alle betrokkenen met recht zeggen: Wij kennen elkaar. Wij weten hoe een passend vervolg bij De Waalboog eruitziet. Wij hebben onze afzonderlijke rollen gevonden en vullen elkaar daarin aan. Waar mogelijk op een kleinschalige locatie in de eigen wijk, dicht in de buurt van iedereen en alles wat altijd belangrijk was. Zo komen we zo dicht mogelijk bij de bedoeling: welbevinden van mensen, door leven toe te voegen aan hun dagen!

Uitbreiding De Waalboog Thuis

We verschuiven daarom ons vertrekpunt: de cliëntreis begint tenslotte thuis. Straks is De Waalboog daar nog eerder en proactiever betrokken dan voorheen. Cliënten, mantelzorgers en eerstelijns zorgprofessionals komen tenslotte voor uitdagingen te staan als het leven thuis steeds een beetje moeilijker wordt. Met onze expertise kunnen wij daar gericht in ondersteunen, precies op maat. Niet als thuiszorgorganisatie, maar wél door het bestaande zorgaanbod thuis aan te vullen met onze specifieke deskundigheid. Bijvoorbeeld psycho-educatie of aanvullend (para)medisch advies. Of door mee te denken over dagbesteding of dagopvang, die aansluit bij de cliënt én lucht geeft aan de mantelzorger. Door te wijzen op logeermogelijkheden, als er behoefte is aan rust. Zo raken cliënt en mantelzorger bovendien al bekend met onze zorgprofessionals en wennen ze stap voor stap aan loslaten. Dat verlaagt de drempel als verhuizing naar De Waalboog onvermijdelijk blijkt. Want al moet je oude bomen niet verplanten, soms kan het nu eenmaal niet anders.

Behoud van de kluit

De gedachte aan een (mogelijke) verhuizing naar De Waalboog zorgt vaak voor de nodige stress. Niet alleen de oudere ziet er tegenop, maar ook de mensen om hem of haar heen. Op de eerste plaats zijn dat de mantelzorgers en andere naasten. Maar vlak ook de eerstelijns zorgprofessionals niet uit: zij zijn vaak al lange tijd nauw betrokken en zien al hun kennis graag stevig landen bij De Waalboog.

Al die mensen samen – inclusief de professionals van De Waalboog – vormen de kluit van de levensboom van de bewoner. En die kluit, die is hard nodig voor maximaal welbevinden. Dat geldt als de cliënt nog thuis woont, maar zeker ook om na de verhuizing opnieuw te wortelen. Behoud van een zo volledig en vruchtbaar mogelijke kluit helpt de bedoeling waar te maken, de hele cliëntreis lang!

Van WAT naar HOE

In dit strategische beleidsplan voor de jaren 2022 – 2025 beschrijven we de vier thema’s waarmee we de bedoeling concreter gaan vormgeven: het WAT. Bovenaan staat persoonsgerichte zorg, op de voet gevolgd door wonen. En dan zijn er nog personeel & arbeidsmarkt en tot slot zorgtechnologie, allebei ook zeer belangrijk voor het welbevinden van cliënten en bewoners.

Maar dé strategische vraag is uiteindelijk: HOE vertalen we die vier thema’s succesvol naar de praktijk? Dát is waar we in deze tussenfase tussen ‘oud’ en ‘nieuw’ met elkaar naar op zoek gaan. Steeds met onze multidisciplinaire teams aan het roer. En altijd samen met de bewoners en mantelzorgers, als één team. Met betrokkenheid van de hele ‘kluit’. We maken ruimte voor expedities in verschillende proeftuinen: al doende ontdekken wat werkt en wat niet. Maar ook op afdelingen mag gedroomd en geëxperimenteerd worden; zo ontstaat kruisbestuiving tussen de expedities en de ontdekkingen op de (overige) afdelingen.

We kiezen er bewust voor ons niet vooraf vast te pinnen op specifieke reisdoelen, maar geven in de volgende hoofdstukken wel duiding en richting aan ieder van de vier thema’s en de expedities. We checken steeds of we op de goede weg zijn. Dat doen we op verschillende manieren. Via dialoog met bewoners, mantelzorgers en de Cliëntenraad, bijvoorbeeld tijdens familieavonden en huiskamergesprekken. En door de meningen te peilen met CareRate en andere meetinstrumenten. Mee op reis? Graag!