Mensen blijven liefst in hun eigen wijk, dicht bij hun partner en bekenden.
Op een kleinschalige locatie, in verbinding met de samenleving.
Thema 2
De plek waar je woont is zoveel meer dan een stapel stenen. Het gaat vooral om wat er binnen die muren gebeurt. Om hoe je daar leeft, ook als ouderdomsproblemen de kop opsteken. Want ook dan wil je zoveel mogelijk zelf de regie houden en een passend vervolg geven aan je leven. Of je nu thuis woont of als Waalboog-bewoner een beroep doet op zorg, begeleiding en/of behandeling: zoveel mensen, zoveel wensen. En laat die maar eens allemaal in vervulling gaan … Toch is dat de bedoeling van De Waalboog!
Ouderen wonen steeds langer thuis. Dit hoofdstuk gaat ook over hen: het kan tenslotte gebeuren dat thuis wonen op een bepaald moment niet meer helemaal lukt, ook niet met hulp van de omgeving en (alleen) eerstelijns zorgprofessionals. Via Waalboog Thuis bieden we deze ouderen aanvullende zorg, begeleiding en/of behandeling, zowel somatisch als op het gebied van dementie. Zodat onze cliënten hun levensreis zolang mogelijk in hun vertrouwde omgeving kunnen voortzetten.
Toch kan verhuizing naar De Waalboog uiteindelijk onvermijdelijk zijn. Ook dan gaat woonplezier over dingen die altijd vanzelfsprekend waren en die je zoveel mogelijk wilt behouden: een passend vervolg, zo thuis als mogelijk.
De Waalboog staat voor keuzevrijheid en eigen regie in wonen. Dát is woonplezier. Dát is welbevinden. Dát is de bedoeling. Maar hoe vertalen we dat naar stenen? We kunnen de prachtigste gebouwen neerzetten – en dat doen we ook – maar daarmee zijn we er niet. Het thema wonen gaat ‘de stenen’ te boven.
De Waalboog heeft de omslag naar kleinschalig wonen ingezet. Een huiselijke, overzichtelijke woonsetting biedt tenslotte meer kansen voor een passend vervolg, zo thuis als maar kan – voor bewoners én hun naasten.
Zo thuis
als maar kan
Kleinschalig wonen is een belangrijk middel om een passend vervolg waar te maken. De bewoners leven samen in groepen van acht à negen mensen met een vergelijkbare behoefte op het gebied van zorg, begeleiding en/of behandeling. Er zijn bijvoorbeeld leefmilieus met veel gezamenlijke activiteiten en een stimulerende benadering door zorgmedewerkers. Andere bewoners zijn juist meer op hun plek in een leefmilieu met vooral individuele aandacht en rust.
Maar kleinschalig wonen is meer dan het verkleinen van de groepsgrootte. En meer dan het verfijnen van de doelgroep. Kleinschalig wonen is bedoeld om de bewoners centraal te stellen in een huiselijke omgeving. Zodat ze hun leven zoveel mogelijk kunnen voortzetten zoals ze dat gewend waren of zoals ze dat wensen. Samen met de mensen die belangrijk voor ze zijn en die we graag hun belangrijke rol willen laten behouden. Zij moeten zich daarvoor thuis voelen binnen de woonsetting. En de ruimte krijgen én voelen om leven en wonen mede vorm te geven. Ruimte om mee te helpen. Ruimte om mee te eten. En bijvoorbeeld ruimte om te logeren.
“ Meneer Houtzager start zijn dag graag op zijn gemak. Eerst even rustig in zijn eentje ontbijten en de krant doornemen. En pas dan douchen en aankleden. Als dat achter de rug is, maakt hij een ommetje door de tuin of loopt hij een rondje door de buurt. Rond een uur of elf zoekt hij het gezelschap van anderen op, liefst bij een lekker bakje koffie en met een muziekje op de achtergrond. Maar na ontspanning is het voor meneer Houtzager weer tijd voor inspanning, zo is hij dat gewend. Hij voelt zich betekenisvol als hij zijn eigen studio een beetje aan kant maakt of samen met zijn medebewoners het menu bedenkt. Na het middageten doet hij graag iets gezamenlijks. Een potje sjoelen, een gymles of een film kijken. Zijn dag is áf als zijn dochter na haar werk langskomt om samen met hem en de andere bewoners te eten. ”
Een passend vervolg met zoveel mogelijk eigen regie voor de bewoners vraagt om de durf om ons institutionele denken los te laten. Daarvoor staat ons nog het nodige te doen. We willen zorg- en behandelprocessen zó inrichten dat het welbevinden van de bewoner voorop staat, waar nu nog de traditionele dagindeling van de zorg richtinggevend is. De inzet van innovatieve technologie en ontwikkeling van nieuwe werkwijzen kan ons helpen om zorg en behandeling inderdaad te voegen naar meneer Houtzager, en niet andersom.
Dat vraagt vooral ook om een omslag in onze houding en gedrag. Want hoe laat je als zorgprofessional los wat je altijd gewend was? Waar vind je het lef om bewoners meer vrijheid te geven; meneer Houtzager kan tenslotte vallen als hij zonder toezicht naar buiten gaat. Hoe maak je het allemaal waar als je bezetting kleiner is dan op de vroegere, grotere afdelingen? Dat kan alleen met hulp van mantelzorgers, vrijwilligers en mensen uit de wijk. Die je als professional bovendien niet wilt verdringen van hun vertrouwde en waardevolle plaats of rol, maar hoe voorkom je dat? Mooie vragen, waar we de komende jaren samen antwoorden op vinden.
De Waalboog telt vier grote(re) locaties: Joachim en Anna, Nijevelt, De Honinghoeve en St. Jozefklooster. We vinden het echter belangrijk dat mensen in de toekomst zoveel mogelijk in hun eigen wijk terecht kunnen voor wonen en welzijn. Daarom ontwikkelen we kleinschalige wijklocaties, om te beginnen in Lindenholt, Lent en Hazenkamp.
De nieuwe wijklocaties bieden straks een combinatie van mooie appartementen voor bewoners van De Waalboog, maar ook tal van (zorg)voorzieningen voor de hele wijk. De locaties zijn daarmee een gezellige ontmoetingsplek: een plek waar ouderen samen activiteiten kunnen ondernemen en waar ruimte is voor verbinding met andere generaties en doelgroepen, bijvoorbeeld kinderopvang en mensen met een verstandelijke beperking. De wijklocaties bieden bovendien allerhande ondersteuning en zorg voor thuiswonende senioren. De Waalboog zoekt hierin samenwerking met andere zorg- en welzijnspartners en de gemeente. Als specialisten die elkaar aanvullen en versterken.
Is die aanpak helemaal nieuw voor De Waalboog? Nee, dat is het zeker niet. Op het terrein van Joachim en Anna verrijzen bijvoorbeeld zes nieuwe gebouwen, die al helemaal zijn ontworpen voor kleinschalig wonen. In de loop van 2024 opent het laatste nieuwe gebouw zijn deuren. Ook binnen De Honinghoeve zijn er – al jarenlang – woongroepen van acht of negen bewoners. Bovendien zetten de locaties St. Jozefklooster en De Honinghoeve al sterk in op de relatie met de omliggende wijk, in het bijzonder voor dagbehandeling en dagbesteding. Joachim en Anna en Nijevelt zijn daarmee iets minder ver, maar hebben dezelfde ambitie. Met de nieuwe wijklocaties bouwen we voort op wat we al doen, waar ook de bestaande locaties de vruchten van kunnen plukken. Nu nog van de theorie naar de praktijk: samen op weg naar concrete invulling van de bedoeling van de wijklocaties. Een mooie uitdaging!
“ Mevrouw Peters woont samen met haar man (88) nog zelfstandig in hun eigen huis. Mevrouw heeft beginnende dementie, is soms verward en angstig, maar draait in gezelschap meestal nog heel aardig mee. Toch is de mantelzorg soms best zwaar voor meneer Peters. De Waalboog biedt uitkomst. Mevrouw kan er terecht voor dagbesteding die aansluit bij haar wensen en behoefte aan sociaal contact. Het echtpaar strijkt bovendien dagelijks neer in de leuke brasserie, voor een lekkere en gezonde warme maaltijd. En mevrouw gaat iedere maand een weekend logeren bij de wijklocatie. Samen met haar zus, een gezellig uitje, net als vroeger. Zo maken meneer en mevrouw Peters binnen de wijklocatie geleidelijk kennis met De Waalboog en wennen ze stap voor stap aan wat de toekomst mogelijk brengt. Een passend vervolg, dicht bij huis. ”
De omslag naar kleinschalig wonen en de ontwikkeling van wijklocaties zijn de meest in het oog springende veranderingen op het gebied van wonen. Maar er is meer waar we ons de komende jaren op toeleggen. Kiezen we bijvoorbeeld wel of niet voor differentiatie in woonvormen? Hoe combineren we beschut en beschermd wonen? Wat is de juiste balans tussen vrijheid en veiligheid? Ontwikkelen we apart aanbod voor mensen met een migratie-achtergrond of juist niet? Wat staat ons nog te doen rondom het scheiden van wonen en zorg? Gaan we samenwerkingsverbanden aan voor zorg thuis, zodat we cliënten VPT (Volledig Pakket Thuis) en MPT (Modulair Pakket Thuis) kunnen bieden? Met welke partners maken we het mogelijk ontmoetingen in de wijk te realiseren? De vragen zijn helder, de antwoorden formuleren we de komende jaren: samen zorgvuldig en stap voor stap van oud naar nieuw.
De Waalboog is samen met bewoners, mantelzorgers, naasten en vrijwilligers op reis van wonen-oude-stijl naar wonen-nieuwe-stijl. Dat betekent dat we op tal van plekken aan de weg timmeren. Deels om lopende initiatieven verder uit te bouwen, deels om nieuwe projecten in de steigers te (helpen) zetten. Dat gebeurt op teamniveau, precies daar waar specifieke verandering nodig is. Maar we richten ook een grotere, overkoepelende expeditie in: de expeditie Wijkgericht werken, een nieuw zorgconcept voor thuiswonende cliënten en de mensen om hen heen, met een woonzorghuis voor beschermd wonen in de nabijheid.
Onze droom is een gedifferentieerd aanbod op maat. Dat betekent dat we steeds moeten weten: Wie is de mens? En wat zijn de specifieke (zorg)vragen en wensen? Want pas dan kunnen we anticiperen en aansluiten. Met aanbod als (gespecialiseerde) dagbesteding, dagverzorging, dagbehandeling en logeerarrangementen, met bijpassende indicaties en financiering. Waarbij we aanhaken bij bestaande samenwerking tussen welzijnsorganisaties, huisartsen en sociale wijkteams. En met passende fysieke ruimtes, waar zorgvuldig samengestelde zorgteams samenwerken met professionals met specifieke expertise, bijvoorbeeld de specialist ouderengeneeskunde, psycholoog, paramedicus, maatschappelijk werkende, geestelijk verzorger en kok.
Wat we met wijkgericht werken willen bereiken, is duidelijk: de juiste zorg en behandeling, op de juiste plaats, op het juiste moment – voor cliënt en mantelzorger. Hoe we dat gaan doen? Dat kristalliseert uit tijdens onze expeditie.
1. Het KICK-team helpt met vragen op het gebied van Kwaliteit, Innovatie, Communicatie en Kennismanagement.